Op een kruispunt is het soms heel alleen

item_left

item_right

Op een kruispunt is het soms heel alleen

Dora Turay

Sociaal sportief? Dat is sportief én sociaal, of sociaal én sportief, naar believen. Het zijn organisaties en praktijken die sport gebruiken als middel om een maatschappelijke doelstelling te realiseren. Sommigen ontstaan vanuit een sportieve werking, anderen vanuit een sociale of een buurtwerking, maar allemaal delen ze dezelfde doelen: ze werken aan (1) de verbetering van de maatschappelijke participatie; (2) de mentale, fysieke en sociale gezondheid; en (3) de kansen aan actieve sport en beweging van mensen en groepen die niet vanzelfsprekend toegang vinden tot sport- en bewegingsmogelijkheden- en voorzieningen[1].

Sociaal sportieve praktijken stimuleren en begeleiden een proces naar inclusie, door het aanpakken van drempels die aan de oorzaak liggen van uitsluiting. Ze vertrekken van waardering en erkenning van de kracht van deze mensen en groepen. En ze werken daarbij vanuit de nabijheid bij en een grote kennis van de leefwereld van deze doelgroepen. Ze ontstaan en groeien in een sport-overschrijdende samenwerking.

Maar net die sector-overschrijdende aanpak maakt het hen moeilijk. Ze zijn sport, maar ook welzijn. Sommigen zijn sterk verbonden met het jeugdwerk, anderen richten zich dan weer op inclusie van nieuwkomers, chronisch zieken, mensen met een beperking, of andere groepen die moeilijk hun weg vinden naar het reguliere sportaanbod. Ze maken de brug naar beleidsdomeinen zoals onderwijs, sociaal beleid, integratie, samenleven, en zo voort. Ze staan bij uitstek op een kruispunt.

Maar op een kruispunt sta je soms heel alleen. Want je hoort nergens écht thuis, en het voelt ook niet goed aan om net die meervoudige identiteit te linken aan één enkele sector. Met als gevolg dat je tussen de mazen van het net valt.

Daarom schreven heel wat sociaal sportieve praktijken afgelopen jaar samen aan een memorandum voor de verkiezingen in 2024. Ze deden dat in het kader van het Sociaal Sportief Platform, een samenwerking tussen 44 sociaal sportieve praktijken met als doel uit te wisselen, van elkaar te leren en te versterken. Maar ook samen een luidere stem te laten horen om hun bestaan zichtbaar te maken, en vooral: een erkenning voor hun werk – voor hun speciale positie op dat kruispunt. Want zonder erkenning, geen beleidskader en geen structurele financiële steun.

Zo blijft het overleven voor heel wat van de sociaal sportieve praktijken. Van projectsubsidie naar projectsubsidie, van potje naar potje, maar zonder langere termijnperspectief om als organisatie ook een meer duurzame werking uit te bouwen. Om op lange termijn te kunnen denken en dromen, en een sportieve en sociale werking uit te bouwen en hiervoor de nodige expertise voor te zoeken.

 

 

 

 

[1] Redig, G. (2021). Sportief én sociaal. Een schoon koppel. Eindrapport van een (voor)onderzoek naar sociale sportinitiatieven in Vlaanderen en Brussel. Brussel: Demos vzw