Coronavoorjaar zet vrijetijdsdrempels pijnlijk in het volle licht

item_left

Marlies Valgaeren en Moniek Gielen

item_right

Coronavoorjaar zet vrijetijdsdrempels pijnlijk in het volle licht

Lokaal Netwerk

Marlies Valgaeren en Moniek Gielen

Beeld: links Marlies Valgaeren, rechts Moniek Gielen

In gesprekken met verantwoordelijken van de lokale netwerken vrijetijdsparticipatie in Oudsbergen en Olen peilen we naar de sporen die de coronacrisis door hun werking trok. Het blijken uitdagende tijden. De kern van de vrijetijdsnetwerken zit immers in de ontmoeting tussen mensen die elk vanuit hun eigen rol bijdragen aan vrijetijdskansen voor mensen in armoede. De maatregelen om de snelle verspreiding van het virus te tackelen, raakten de lokale netwerken vrijetijdsparticipatie dan ook in het hart. De samenwerking moest radicaal anders georganiseerd worden.

Ook de vrijetijdsbeleving, traditioneel buitenshuis en meestal samen met anderen, leek in bijna niets meer op wat het was. Vrijetijdsparticipatie stimuleren werd er niet makkelijker op. Niet alleen werden de levens van mensen in armoede een stuk complexer, ook hun participatiedrempels kwamen in het volle licht te staan.

‘De zorgen waarmee modale gezinnen tijdens de coronacrisis te kampen kregen, zijn de grenzen waar maatschappelijk kwetsbare mensen ook zonder crisis elke dag tegenaan lopen’, zegt Marlies Valgaeren, vrijetijdscoördinator in Olen. Iedereen werd geconfronteerd met isolement, zorgen om werk en inkomsten, gemis van contacten met andere mensen, zorg om gezondheid en de uitdaging om alle praktische dingen in het gezin op de rails te houden. En dat allemaal in een tijd die bol stond van onzekerheid en – voor heel wat mensen – ook angst. ‘Die pijnpunten zijn voor mensen in armoede niet nieuw. De coronacrisis zorgde er wel voor dat de drempels en kloven nu duidelijker in het licht staan’, aldus Marlies.

Na de lente van isolement is het trouwens lang niet zeker of het voor mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties een zomer van participatie wordt. Niet alleen hebben de mensen extra financiële en praktische zorgen aan het hoofd. Velen blijken ook terughoudend om weer buiten te komen. Moniek Gielen van het lokaal netwerk in Oudsbergen vermoedt dat veel mensen tijdens de lockdown een extra veiligheidsbuffer hebben gevormd waar slechts moeizaam kan doorgedrongen worden.

Even andere prioriteiten dan vrije tijd

Zowel in Oudsbergen als Olen hebben de maatschappelijk werkers van de gemeente en het OCMW een cruciale rol vervuld. Zij maakten het tot hun prioriteit contact te houden met de meest kwetsbare en geïsoleerde gezinnen. In Olen werden onder meer ouders proactief gecontacteerd. Scholen deden inspanningen om op maat te werken en contact te houden met maatschappelijk kwetsbare kinderen.

In Oudsbergen focuste men op de OCMW-cliënten die het hardst getroffen werden door het isolement: alleenstaanden, alleenstaande ouders en bejaarden. De aandacht ging vooral naar levensnoodzakelijke kwesties. Geld, werk, voedsel, veiligheid, gezondheid en verbinding met belangrijke anderen. Moniek: ‘De insteek van vrije tijd stond gedurende die maanden minder op de voorgrond. Ook bij de lokale welzijnsschakel werden amper signalen op vlak van vrije tijd opgepikt.’ Ze vreest dat het nog een poos kan duren voor mensen opnieuw aandacht krijgen voor vrije tijd. Het draait in kwetsbare gezinnen meer dan ooit om overleven met de middelen die er zijn en staande blijven in economisch onzekere tijden.

Moniek: ‘Ik maak me zorgen over gezinnen met kinderen die nu in een groter isolement leven. De opeenstapeling van problemen wordt er niet kleiner op. Dicht bij elkaar leven leidt ook tot crisissen, waar meer dan eens jeugdzorg moet in tussenkomen'.

Marlies: ‘Er was – en is nog steeds trouwens – ook de impact van de berichtgeving. Mensen werden overspoeld door veel, soms verkeerde, vaak veranderende en negatieve berichtgeving. Wiens contacten met anderen beperkt zijn, creëert zo een eigen waarheid. Mensen worden dan onzeker en bang. Onze maatschappelijk werkers hebben veel geïnvesteerd in het nabij blijven, het geven en herhalen van correcte informatie en het oppikken van noden.’

Blijven inzetten op vrije tijd, maar dan anders

In 2020 zou het lokaal netwerk van Olen opgaan in een intergemeentelijk samenwerkingsverband vrijetijdsparticipatie van Neteland. De voorbereidingen waren gestart, maar door de coronamaatregelen werd het onmogelijk om nog rond de tafel te zitten. Ze kozen ervoor om lokaal de vinger aan de pols te houden. De vrijetijdswerking werd gecoördineerd vanuit een intergemeentelijk expertenteam onder de crisiscel van de vijf burgemeesters van Neteland.

Voor de paasvakantie werd in dit team een vrijetijdsbingo ontwikkeld: een huis-aan-huis verdeelde uitgave vol prikkelende en laagdrempelige activiteiten voor kinderen, met informatie rond noodopvang en hulpverlening voor kinderen en jongeren. De vijf gemeenten zochten ook samen naar mogelijkheden om spelmateriaal van de lokale besturen ter beschikking te stellen van kwetsbare gezinnen. In samenwerking met het JAC en buurtopbouwwerkers was er aandacht voor de noden en het bereiken van jongeren. Het samenwerkingsverband Neteland maakte een vakantiekrant voor vakantie in eigen streek. Marlies: ‘De krant belandde in de brievenbus bij elk gezin in het Neteland. De lage drempel realiseren we door veel aandacht te besteden aan activiteiten die goedkoop, makkelijk en zonder reservatie te beleven zijn. Er moet een evenwicht zijn tussen een generalistische, niet stigmatiserende aanpak en maatwerk.’

‘Onze maatschappelijk werkers zijn al heel vroeg op de hoogte gebracht van de vrijetijdskalender voor de zomervakantie', vertelt Marlies verder. 'Op die manier konden ze het thema goed op tijd doorpraten met de gezinnen. Bovendien zorgen we ervoor dat digitale inschrijvingsdrempels weggenomen worden voor mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties. Afstemming en maatwerk zijn essentieel.'

In Oudsbergen viel de vrijetijdswerking zo goed als stil. Het aantal aanvragen voor financiële tegemoetkoming in daguitstappen, lidgelden voor verenigingen en vakanties daalde sterk. Ook de collectieve werking van het lokaal netwerk kon even niet. ‘Fysiek samenkomen mocht niet, en digitaal samenwerken met een groep van ruim twintig mensen leek geen optie. Professionals en sommige vrijwilligers zullen die kaap wel kunnen nemen, maar voor mensen in armoede is dat toch best moeilijk’, zegt Moniek. Ze hield wel contact met de gemeentelijke vrijetijdsdiensten, vooral met het oog op de heropstart van de werking van de vakantieperiode. Moniek: ‘De vakantie-activiteiten in de gemeente gaan wel door. We zien een beetje deelname van mensen in armoede, maar we zijn er nog niet. Het lijkt er inderdaad op dat de mensen extra voorzichtig zijn.’

Oude drempels in nieuwe gedaanten

Moniek en Marlies vermoeden dat bij de meeste mensen een groot verlangen leeft om de eerste stappen uit het isolement te zetten. Tegelijk is ook de bezorgdheid voelbaar. ‘Het lijkt alsof mensen op veilig willen spelen en zich wat terughouden', zegt Moniek. Een gelijkaardige voorzichtigheid speelde ook bij het Oudsbergse lokale bestuur, dat de jaarlijkse daguitstap dit jaar afgelastte.

Het georganiseerde vrijetijdsaanbod komt terug op gang, maar op een andere manier. Daarin werpt zich een nieuwe drempel op voor mensen in kwetsbare situaties. Marlies verwijst naar het verplichte reserveren voor heel wat activiteiten.

‘Er is die digitale drempel, vanzelfsprekend. Maar reserveren vraagt ook vooruitkijken en plannen maken. Mensen in armoede leven vaker van dag tot dag. Dat heeft te maken met tal van onzekerheden zoals vervoer en financiële draagkracht. Maar dat niet alleen. Plannen maken vraagt ook mentale ruimte, en die is er bij gezinnen in complexe leefsituaties vaak niet.’ In de zomerse speelpleinwerking hielden de organisatoren rekening met die realiteit. Omwille van de maatregelen spelen kinderen er samen in bubbels van maximaal vijftig personen. In Olen wordt rekening gehouden met noodopvang voor bijvoorbeeld kinderen van zorgverleners en kinderen in kwetsbare gezinssituaties, zodat zij omwille van een te late reservatie niet uit te boot vallen.

Marlies: ‘We zien verenigingen nu terug opstarten. Sportclubs bijvoorbeeld, organiseren zich in kleine bubbels. Groepen worden opgesplitst en gezamenlijk vervoer naar trainingen en wedstrijden valt weg. Daar zie je opnieuw een drempel verschijnen voor mensen in armoede. Want hoe mogelijk is het voor hen om vervoer van hun kinderen te organiseren?’

In Oudsbergen speelt Moniek met het idee om dit najaar uitzonderlijk de tussenkomsten in vrijetijdskosten te verhogen, zodat bijvoorbeeld het lidgeld van een sportvereniging geen onnodige drempel wordt voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Moniek: ‘Gecombineerd met volgehouden aandacht van de maatschappelijk werkers voor het aspect vrije tijd in hun begeleiding, zie ik de dynamiek wel weer op gang komen.’ Ze hecht veel belang aan die persoonlijke benadering.

‘Het persoonlijke gesprek over vrije tijd tussen begeleider en het gezin is het allerbelangrijkste', zegt Moniek verder. 'Erover praten en samen dingen in gang zetten. We zetten daar al jaren op in en zien daardoor de vrijetijdsdeelname van mensen in armoede toenemen. In de afgelopen tijd is de aandacht voor vrije tijd wat minder geweest, maar die is vanzelf weer teruggekomen.’

‘Mijn prioriteit voor de komende tijd is het netwerk opnieuw samenbrengen, want daarin kunnen oplossingen ontstaan’, zegt Moniek. ‘We hebben een goed netwerk met betrokken mensen. We gaan elkaar snel weer kunnen ontmoeten en samen aan acties werken. We zullen in het netwerk ook een evaluatie maken van de voorbije periode en zien hoe we de vrijetijdsparticipatie weer kunnen aanzwengelen.’ Met toch nog een uitstap in de herfstvakantie, hoopt Moniek. Ook in Olen ze willen lokaal en regionaal snel op de voorbije periode terugblikken, eruit leren en vooruit kijken.

Wat nemen we mee naar de toekomst?

Het is jammer dat de ontmoetingen in het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie stilvielen, zegt Moniek nog. Want de onderlinge verbindingen tussen 'mogelijkmakers' hangen net daar vanaf. ‘Digitaal samenkomen leek moeilijk. Achteraf gezien hadden we digitaal in kleinere groepen rond specifieke thema’s kunnen samenwerken. Dat inzicht neem ik mee naar de toekomst.’ Ook op vlak van activiteiten was meer mogelijk geweest, denkt Moniek. ‘In de toekomst gaan we meer kijken naar wat er wél nog kan. De grote voorzichtigheid heeft ons parten gespeeld. Heel begrijpelijk, maar misschien een beetje té. We moeten dat in vraag durven stellen, denk ik.’

De onvoorspelbaarheid van dit soort van crises is nu eenmaal wat ze is, denkt Marlies. ‘Kunnen we voorbereid zijn op de toekomst? Ik weet het niet. We moeten leren uit wat minder goed ging, maar ook uit wat goed ging.’ Marlies heeft veel kracht ervaren in het regionale crisisnetwerk van expertenteams. De informatie stroomde vlot van gemeente tot gemeente en tussen de expertenteams rond verschillende beleidsdomeinen. ‘Die onderlinge afstemming voelde als vanzelfsprekend. Dat is fijn om te ervaren. Er zijn daaruit vele goeie dingen ontstaan.’

Ook Moniek verwijst naar de steun die ze mocht ervaren in de ontmoeting met de OCMW’s van de welzijnsregio Noord-Limburg. ‘We werden allemaal geconfronteerd met het stilvallen van het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie en de vrijetijdstussenkomsten. We konden samen nadenken over een zinvolle invulling van het najaar. Daar zijn ideeën uitgekomen die ik mee kon nemen naar Oudsbergen. We gaan nu kijken welke hele eenvoudige en aantrekkelijke extra’s we op touw kunnen zetten, zoals filmtickets, zwembeurten en kleinschalige activiteiten. Misschien zijn het net die kleine extra’s die mensen kunnen prikkelen om weer uit hun kot te durven komen.’

Geschreven door Griet Bouwen (verhalenwever) in opdracht van Demos. Marlies Valgaeren is vrijetijdscoördinator in Olen. Samen met de gemeenten Herentals, Grobbendonk, Herenthout en Vorselaar stapt Olen dit jaar in het intergemeentelijke samenwerkingsverband vrijetijdsparticipatie ‘Neteland’. Moniek Gielen coördineert vanuit het OCMW Oudsbergen het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie in Oudsbergen.